Grondvormen van samenwerken
Als we kijken naar samenwerkingen dan kunnen we vier grondvormen, of archetypen, voor samenwerking onderscheiden. Elke grondvorm kent zijn eigen en specifieke inrichtingskenmerken. Vaak kan een samenwerking kenmerken hebben van meerdere grondvormen: De ‘pure’ grondvorm komt zelden voor. Maar, als partners verschillend kijken naar de vorm van de samenwerking is dat vaak een voorspeller voor gedoe. Het is dus belangrijk een gedeeld beeld te hebben van de aard van de samenwerking, en welke vorm daar bij past.
De vier grondvormen van samenwerken vormen een instrument dat ingezet kan worden om passende afspraken te maken. Het model legt een verband tussen de rolverdeling van partijen en hun ambitie. Willen partijen met elkaar bestaande processen verbeteren of met elkaar nieuwe diensten ontwikkelen? Gaan ze daarbij middelen of diensten uitwisselen of onderdelen van de organisaties gezamenlijk delen? Per grondvorm geeft het instrument de kern weer van de onderwerpen waarover de partners afspraken moeten maken. Zo kan het ingezet worden om te komen tot goede afspraken over de inrichting.
Een voorbeeld: in een transactionele samenwerking is vaak sprake van een opdrachtgever en opdrachtnemer-relatie. De kern van de afspraken die bij een dergelijke samenwerkingsvorm past, is het maken van resultaatbeschrijvingen. Wil je daarentegen verkennend (of ontwikkelend) samenwerken, dan passen afspraken die gaan over spelregels over onder andere interactie, toegankelijkheid en vertrouwelijkheid. Op deze wijze helpt het model je bij het bepalen van een passende samenwerkingsvorm, zonder dat het gesprek direct over de specifieke governancevorm (bijv. gezamenlijke stichting, fusie) hoeft te gaan. Dat draagt bij aan het voeren van het open gesprek.
Bron | Samenwerken: van idee naar afspraak |
Gerelateerd
Content die aansluit bij 'Grondvormen van samenwerken'