Remmen of gas geven

Gezamenlijk besluiten nemen kan een lastig en langdurig proces zijn in samenwerkingen. Gezamenlijke besluitvorming komt meestal tot stand middels afstemming en overleg en het delen van meningen, argumenten en onderbouwingen. Niet iedereen is echter even sterk in het verwoorden of onderbouwen van zijn/haar mening. Soms worden samenwerkingen gedomineerd door een of enkele sterke partijen die hun stem goed hoorbaar maken. En soms laten deelnemers zich overtuigen door anderen, waarna zij later toch weer op terug komen. Remmen of gas geven biedt een praktisch hulpmiddel voor eenvoudige besluitvorming, waarbij ieders stem evenveel telt en deelnemers hun mening geven zonder elkaar te beïnvloeden.

Randvoorwaarden

Dit spel is geschikt:

  • voor overleggen waarin weinig tijd is en je snel de mening van de deelnemers wilt weten, zonder iedereen apart om een reactie te vragen
  • voor samenwerkingen waarin besluitvormingsprocessen gepaard gaan met lange discussies, zonder dat deze constructief zijn aan de besluitvorming
  • voor samenwerkingen waarvan je vermoedt dat groepsdruk of machtsdynamiek een rol speelt: deelnemers stemmen wel in met voorgestelde plannen, maar lijken vervolgens terughoudend of durven er niets over te zeggen
  • bij het nemen van besluiten waarbij het belangrijk is om tot een unanieme of meerderheidsbeslissing te komen.

Zo speel je het

Doel in het spel:

Deelnemers geven met groene, oranje en rode kaarten snel en non-verbaal aan of ze het eens zijn met de vraag die gesteld wordt en/of het plan dat voorligt.

Spelverloop:

  1. deel drie kaarten uit aan elke deelnemer: 1 rode, 1 oranje en 1 groene
  2. geef duidelijk aan over welke vraag er gestemd wordt.

Voorbeeldvragen zijn: “Het komende jaar zetten we ons vooral in voor …” of  “Het is een prioriteit om …”

Geef aan dat ieder zijn mening geeft door één kaart op te steken of voor zich op tafel te leggen. Leg uit wat de kaarten betekenen: De groene kaart betekent volledige steun (bijv. tevreden, mee eens), de oranje kaart geeft twijfel aan en de rode kaart betekent oneens of ontevreden.

Afhankelijk van de reactie van de deelnemers op de stelling kies je voor een van deze twee opties:

  • als je het idee hebt dat de spelers snel een keuze kunnen maken, dan tel je tot drie en laat je iedereen de bijhorende gekozen kleurkaart met de kleur naar voren ophouden
  • heb je het idee dat de deelnemers langer de tijd nodig hebben, laat ze dan de gekozen kleurkaart met de kleur naar beneden op de tafel leggen, om te voorkomen dat men elkaar beïnvloedt. Wanneer iedereen dit gedaan heeft worden de kaarten tegelijk omgedraaid zodat de keuze zichtbaar is.

Daarna kun je één van de volgende dingen doen:

  • meteen doorgaan met andere zaken als een bepaald minimum behaald is (bijvoorbeeld als tweederde van de deelnemers het eens is)
  • de kaarten opnieuw inzetten voor vervolg- of verduidelijkingsvragen
  • op de deelnemers met een gele of rode kaart focussen en vragen naar hun zorgen.

Benodigdheden

Groene, oranje en rode stemkaarten voor alle deelnemer.

Voor de spelbegeleider

Algemene aandachtpunten:

  • zorg dat de vragen die ter besluitvorming worden voorgelegd vooraf zijn geïnventariseerd en helder geformuleerd zijn. De vragen moeten te beantwoorden zijn met drie antwoordmogelijkheden, bijvoorbeeld: ja, misschien, nee; of mee eens, een beetje, mee oneens. Ga voorafgaand aan de stemming na of de vraagstelling voor iedereen helder is. Beantwoord indien nodig eerst verhelderende vragen
  • het is verstandig om van tevoren af te spreken wanneer een voorstel wordt aangenomen. Bijvoorbeeld:
    • we willen dit plan voortzetten als er meer dan 10 mensen mee eens zijn
    • we willen dit plan voortzetten als er geen enkele rode kaart is
    • we blijven discussiëren totdat alle kaarten groen zijn
  • soms willen deelnemers hun mening al uitleggen en bespreken terwijl ze hun kaart kiezen of terwijl ze stemmen. Laat duidelijk merken dat dit niet de bedoeling is, dit verlaagt de doeltreffendheid van het spel
  • vraag deelnemers niet direct naar hun zorgen en meningen nadat er rode en oranje kaarten zijn onthuld. Dit is confronterend en druist in tegen het doel
  • hoe (actie)gerichter de vraag is geformuleerd, hoe effectiever het werkt. Als je vraagt “Vind je dat deze vergadering goed ging?” krijg je een uitkomst die minder richting geeft voor het vervolg, dan als je vraagt “Ga je je inzetten voor het actiepunt X dat tijdens de vergadering is aangedragen?”
  • om het tempo, de focus en het energieniveau hoog te houden, helpt het om remmen of gasgeven staand te doen in plaats van zittend.

Voorbeeldvragen voor de reflectie:

Een reflectie is bij dit spel niet per se nodig. Wil je toch graag nabespreken, kunnen de volgende voorbeeldvragen je daarbij helpen.

In het spel:

  • hoe makkelijk kon je een kleur kiezen?
  • bij welke vraag was dat het makkelijkst/moeilijkst? Hoe kwam dat?

Over het spel:

  • als kijkt naar het eindresultaat, had je verwacht dat deze antwoorden zouden komen?
  • welke uitkomsten verrassen je het meest?

Uit het spel:

  • vind je het normaal gesproken moeilijk of makkelijk om snel tot besluiten te komen? Waarom?
  • denk dat je tot andere antwoorden was gekomen als jullie in overleg en discussie waren gegaan?
  • helpt deze vorm om te peilen hoe iedereen erin zit? In welke situaties zou het helpen op deze werkwijze toe te passen in de dagelijkse praktijk?

Achtergrond bij het spel:

Bij het theater van besluitvorming is reeds besproken dat besluitvorming lastig is en dat er veel verschillende manieren zijn om te komen tot een goed besluit. Kahneman beschrijft in zijn boek Thinking fast and slow (2012) een groot aantal psychologische valkuilen bij besluitvorming. Aan het einde van zijn boek geeft hij een aantal praktische handreikingen om de kwaliteit van besluitvorming te vergroten.

In een groot aantal overleggen is de neiging om eerst af te stemmen en te overleggen alvorens tot een besluit te komen. We luisteren naar de voors en tegens en proberen vervolgens tot een goed onderbouwd besluit te komen. Het nadeel van deze werkwijze, zo betoogt Kahneman, is dat wij ons hebben laten beïnvloeden door de opvattingen van anderen. Ons denken is dusdanig beïnvloed dat het gevaar is dat wij komen tot besluiten die wij wellicht achteraf niet slim vonden of zelfs onhandig en verkeerd.

Remmen of gasgeven biedt samenwerkingen een praktisch hulpmiddel om op eenvoudige manier tot besluiten te komen, waarbij de kans dat deelnemers elkaar beïnvloeden klein is. Het gesprek en overleg zijn vaak nodig om tot een besluit te komen, maar soms kan het tot doorbraken leiden om eerst een stemming te doen, in plaats van of vóórdat we elkaar proberen te overtuigen met argumenten.

Lees meer
BronSpelen met samenwerken – serious business
Remmen of gas geven